Het verhaal van de 12 haringen
Mijn nicht zou komen eten. Onderweg had ze zoals gewoonlijk al trek gekregen en had gefrituurde inktvisringen, kibbelingen en 12 haringen meegenomen.
Het was heet. De keukendeuren stonden overal open. Wat rommelig was ik bezig de haringen klaar te maken om op tafel te zetten, het scherpe mes sneed venijnig in een vinger. “Godverdomme!’ ontglipte me. Een helaas gebruikelijk woord van mij in momenten van ongemak. Het gebruikelijke vond ook nu weer plaats bij buurvrouw Alie ‘nounounou’ en ik hoorde haar naar de voorkant lopen. Daar hing-ie weer: de jaarlijkse poster van de Bond tegen het vloeken. Dus veranderde mijn ongemaksuiting zoals elk jaar vanaf dat moment in ‘godverdommesorryalie’.
Nicht en ik namen een glas wijn, we lachten om de voorspelbare actie, kletsten verder. De kinderen aten hun komkommer en paprika, keken Sesamstraat, het was gezellig.
Ik vertelde nicht over een buurman die de dag tevoren aan de
deur was geweest om te vragen of ik wat wist van een verdwenen biefstuk. Er
schenen 2 nog te bakken biefstukken op hun aanrecht gestaan te hebben. En ja,
hun keukendeur stond open. En ja, ze hadden onze kat in hun tuin gespot. Had
Toni misschien een biefstuk meegenomen? Dat zou héél goed gekund hebben, hij
had het echter niet gemeld dus moest ik de buurman teleurstellen. Lachen!
Geinige anekdote!
De haringen staan te wachten. ‘Schenk jij ons nog
een glas in, dan haal ik ze.’
Je voelt het op je zomerslippers aankomen…..er waren geen
12 haringen meer. 6 lagen nog op het bord. Op de keukenvloer lag een vrijwel
comateuze volgevreten Toni, verzaligd kijkend.
‘Godverdommesorryalie!’
Alie is gaan hemelen.
Toni ook.
Ze blijven in mijn hart.
Reacties
Een reactie posten
Schrijf je reactie hierop, en hopelijk lukt het om te posten!